Op 12 maart 1697 wordt de 22-jarige zeeman Jan Jorisz van Smirna (nu İzmir in Turkije) opgepakt bij een vechtpartij tussen Italiaanse en Noorse zeelui in Amsterdam. Na enkele dagen in de boeien gezeten te hebben wordt de Griekse zeeman op 15 maart heen gezonden. De onderstaande summiere aantekeningen van het verhoor zijn bewaard gebleven:
Gevraagd: “Of het niet waar is dat hij gevangene verleden zaterdag niet met een ‘bloot stilet in de hand’ een aantal Italianen hielp die met Noren vochten? En of hij niet een ieder die de vechtjassen uit elkaar probeerde te halen daarmee bedreigd heeft?”
Antwoord van de verdachte: “Dat hij het stilet in zijn zak had en pas toen hij de ‘dienders’ zag het uit zijn zak heeft gehaald en aan een ander te hebben gegeven.”
In de rubriek ‘Anekdote’ kleine vondsten