Mensen kopen in Amsterdam

Vanaf het eind van de zestiende eeuw tot 1863 was Nederland betrokken bij slavernij en slavenhandel. Honderden Amsterdamse en Zeeuwse schepen werden in deze periode uitgerust om in Afrika mensen te kopen. Deze mensen werden vervolgens als slaven verkocht aan West-Indische plantages. Maar je hoefde niet naar Suriname of Berbice af te reizen om slaveneigenaar te worden.

Lees meer op www.alleamsterdamseakten.nl

Van vrijheid in Amsterdam tot onderdrukking op de plantages

Surinaamse geschiedenis door de ogen van de voorouders van Jörgen Raymann

Verborgen Verleden laat zien dat je aan de hand van persoonlijke verhalen zoals die van David Nassy ingewikkelde geschiedenis op een aangrijpende en begrijpelijke manier toegankelijk kan maken.

In het televisieprogramma Verborgen Verleden gaan bekende Nederlanders op zoek naar de geschiedenis van hun voorouders. Dit levert vaak mooie en ontroerende verhalen op over gewone mensen tegen de achtergrond van grote gebeurtenissen in het verleden, zoals een soldaat in het leger van Napoleon of Ieren op de vlucht voor de hongersnood van 1845. Zo’n confrontatie met het vaak zware leven van voorouders kan een heftige ervaring zijn. Dat gold in het bijzonder voor de aflevering van Jörgen Raymann waaraan ik een bijdrage mocht leveren.

Lees verder op Over de muur

Veel meer dat 1% van de Nederlanders kwam in aanraking met slavernij

In reactie op het opiniestuk van Martin Sommer toont Mark Ponte dat het idee dat slechts 1% van de Nederlanders te maken kreeg met slavernij een grove onderschatting is van de historische werkelijkheid.

“Hooguit 1 procent van de Nederlanders heeft ooit te maken gehad met de slavernij”, schreef columnist Martin Sommer op basis van een telefoongesprek met emeritus hoogleraar Piet Emmer in De Volkskrant (Opinie, 26 augustus). Terecht stelde Jörgen Tjon A Fong in zijn reactie dat de gevolgen van slavernij in de maatschappelijke ongelijkheid en niet in de cijfers zitten (Opinie, 29 augustus), maar ook op het percentage van 1% valt heel wat af te dingen.

Lees meer op Over de Muur

Vijfjarig meisje uit Batavia zonder moeder in Amsterdam

Willemina Markus was pas vijf toen zij werd meegenomen naar Amsterdam, haar moeder bleef in slavernij achter in Batavia. De laatste jaren is er meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden in Azië. Gedurende de zeventiende en achttiende eeuwen leefden er vele tienduizenden mensen in gebieden onder het beheer van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in slavernij. Sommige van hen kwamen uiteindelijk in de Republiek terecht, als knecht, dienstmeid en soms zelfs een kind, zoals Willemina.

Lees meer op alleamsterdamseakten.nl

Geld lenen aan plantages op het eiland St. Croix

Amsterdamse handelshuizen hielden zich niet alleen bezig met plantages in Nederlandse koloniën als Suriname en Berbice. Tijdens het indexeren op Velehanden kwam BMH de oprichtingsakte tegen van een negotiatiefonds, een soort investeringsfonds, ten behoeve van planters op het Deens Caribische eiland St. Croix. 

In totaal werd er ‘zes maal honderd negentien duizend zevenhonderd drie en dertig guldens’ ingelegd door enkele honderden investeerders. In de akte die bij Notaris Homrigh werd opgemaakt, vinden we de namen van alle investeerders. Het gaat om mensen uit diverse steden in de Republiek, zoals Alkmaar, Nijmegen en Vianen. Onder de de investeerders waren uiteraard veel Amsterdammers, niet alleen komen we bekende familienamen tegen zoals Geelvinck, Van Lennep, Bicker en Clifford, notaris Homrigh zelf investeerde niet minder dan 9000 gulden op naam van diverse familieleden. Als allerlaatste worden de twee meest prominente investeerders opgevoerd: zes aandelen van elk duizend gulden op naam van “Zijne doorl. Hoogheid Prins Willem de Vijfde, Erfstadhouder der Vereenigde Nederlanden’ en ‘Anna van Brunswijk Lunenburg Kroonprinces van Groot Brittanien’.

Lees meer op Alle Amsterdamse Akten