Het is 1636, veel staatse troepen liggen nog bij het plaatsje Philippine in Zeeuws-Vlaanderen dat na het beleg van 1633 tot 1635 definitief in handen van de Republiek is gekomen. Tussen de militairen begeven zich ook vrouwen om de kost te verdienen, bijvoorbeeld met het verkoop van etenswaren, maar ook met prostitutie.
De geschiedenis zoals die onderwezen wordt op de meeste scholen gaat vooral over mannen, in het bijzonder over witte mannen. En dat is gek, want niet alleen was ook vroeger de helft van de mensheid vrouw, ook was een stad als Amsterdam vanaf de zeventiende eeuw zeker geen exclusief witte stad meer. Sterker nog er was toen al sprake van een kleine vrije zwarte gemeenschap in de stad.
Al in de jaren dertig van de zeventiende eeuw ontstond er een kleine zwarte gemeenschap in de stad. Veel van de mannen in deze gemeenschap waren zeelui in dienst van de WIC en VOC. Wat de achtergrond van de vrouwen was, is vaak moeilijker te achterhalen. Maar de meeste van hen waren waarschijnlijk voormalige bedienden, die al dan niet in slavernij in Amsterdam terecht waren gekomen en in die stad hun vrijheid hadden gekregen of opgeëist.
De meeste zwarte Amsterdammers leefden in deze tijd in de omgeving van de huidige Jodenbreestraat. Van sommigen weet ik alleen wanneer ze trouwden of kinderen kregen, van anderen weten we niets omdat er nooit iets van hen is vast gelegd. Toch zijn er heel wat namen en gebeurtenissen in de Amsterdamse archieven bewaard gebleven. Vaak juist wanneer men in problemen raakte of in aanraking kwam met justitie. En hoewel dit soort bronnen natuurlijk een vertekend beeld kunnen opleveren, immers wanneer iemand zijn hongerige buurman een stuk brood geeft, komt dit niet in de archieven, maar als je gearresteerd wordt omdat je een brood steelt wel . Toch kunnen ook dit soort bronnen ons waardevolle inkijkjes geven in het verleden.
Zoals over Francisca over wie meerdere notariële verklaringen bewaard zijn gebleven. Aanleiding van de verklaringen was een vechtpartij voor de deur bij de makelaar Manuel de Campos op paaszondag 11 april 1632. Wat er zich daarvoor precies had afgespeeld wordt niet duidelijk, maar op die dag trok een groep van vijf zwarte vrouwen en twee zwarte mannen naar het huis van deze makelaar. Er werd met stenen gegooid en met stokken geslagen, waarbij de zwangere dochter van De Campos gewond raakte. Twee dagen later, dinsdag 13 april, laat De Campos verschillende getuigen van het voorval een verklaring af leggen bij een notaris. De verschillende verklaringen geven gedetailleerde informatie over het leven van Francesca, gezien door de ogen van haar buren. Zo blijkt dat Francesca eerder waarschijnlijk dienstbode was van een zekere Luis Gomes in Hamburg, maar in 1632 leefde zij, met een aantal andere zwarte Amsterdammers, als vrije vrouw in een kelderwoning in de stad. Zij speelde duidelijk een belangrijke rol in de vorming van de zwarte gemeenschap in die tijd. Volgens een getuige zou Francisca ‘al de swarten die hier ter stede comen, aenhouden in haer huijs, en koppelen aen Swartinnen’. Ook uit de verklaring van haar bovenbuurman blijkt de leidende rol die Francisca speelde in de groep en in het vormen van een kleine gemeenschap ‘dat oock dezelve Francisca in haer huijs verscheijde swarten en swartinnen ophoudt, haer doende trouwen & ontrouwen naer haer lust’. Diverse namen van bewoners van haar kelder werden genoemd, waaronder de vrouwen Hester en Dina, de laatste zou zelfs uit de gevangenis zijn ontsnapt.
De verklaringen waren natuurlijk bedoeld om Francesca en haar gezelschap in een kwaad daglicht te stellen, toch geven ze ons ook een interessant beeld van een zwarte vrouw die in de jaren 1630 een huis heeft in een kelder in de Breestraat, die actief zwarte mannen en vrouwen die in de stad komen opzoekt en opvangt in haar huis. Kortom iemand die actief en tamelijk succesvol een gemeenschap weet op te bouwen.
Bovenstaande is deel van een spreektekst van de Keti Koti Talk over twee zwarte vrouwen in Amsterdam in de zeventiende eeuw, uitgesproken op 1 juli 2018 in het Oosterpark.
Deze maand verschijnt mijn artikel over de zwarte gemeenschap - waar Francesca een centrale rol in speelde - open access in TSEG/ Low Countries Journal of Social and Economic History.
Op 16 augustus 1737 verkocht Jan Hendrik Mets, kastelein in herberg de Hoop, beter bekend als Blaauw Jan aan de Kloveniersburgwal, de inboedel, inclusief ‘gediertens’, aan zijn opvolger Anthonij Bergmeijer. Verkocht werden onder meer acht rode en één blauwe ‘ravens’ (ara’s), samen 400 gulden, een witte kakketoe voor 70 gulden en drie apen voor 55 gulden. Verreweg het duurste dier was een ‘manne leeuw’, die voor niet minder dan drieduizend gulden genoteerd staat. Voorwaarde was wel dat het dier gezond geleverd zou worden. De waarde van dit roofdier laat zien dat hij een belangrijke trekpleister van de beroemde herberg moet zijn geweest.
Op 12 maart 1697 wordt de 22-jarige zeeman Jan Jorisz van Smirna (nu İzmir in Turkije) opgepakt bij een vechtpartij tussen Italiaanse en Noorse zeelui in Amsterdam. Na enkele dagen in de boeien gezeten te hebben wordt de Griekse zeeman op 15 maart heen gezonden. De onderstaande summiere aantekeningen van het verhoor zijn bewaard gebleven:
Gevraagd: “Of het niet waar is dat hij gevangene verleden zaterdag niet met een ‘bloot stilet in de hand’ een aantal Italianen hielp die met Noren vochten? En of hij niet een ieder die de vechtjassen uit elkaar probeerde te halen daarmee bedreigd heeft?”
Antwoord van de verdachte: “Dat hij het stilet in zijn zak had en pas toen hij de ‘dienders’ zag het uit zijn zak heeft gehaald en aan een ander te hebben gegeven.”
Wie in 1656 in de Jodenbreestraat kwam, liep mensen tegen het lijf van over de wereld. Ze trokken de aandacht, zeker de mensen van Afrikaanse afkomst die in die buurt woonden. Het moet voor Rembrandt en zijn collega’s als Govert Flinck een inspirerende omgeving geweest zijn. Hij maakte dankbaar gebruik van deze zwarte Amsterdammers als model voor etsen, tekeningen en schilderijen.
Meer weten? Op 20 januari ga ik met theatermaker en curator Jörgen Tjon A Fong in gesprek over Rembrandt en zijn zwarte buren. 15 uur in het Stadsarchief Amsterdam, toegang is gratis.
Bij het Stadsarchief mocht ik mee werken aan een korte documentaire over Amsterdamse straattaal door de eeuwen heen. Van de Jordaan tot de Bijlmer en van Surinaamse plantages in de achttiende eeuw tot Nieuw-West in de 21e eeuw.
Voor Ons Amsterdam schrijf ik een serie artikelen op basis van Alle Amsterdamse Akten. Naar aanleiding van het thema ‘buitenlanders in de stad’ van de Open Monumentendag(en) 2018, schreef ik over een Griekse zeeman en een Marokkaanse diplomaat in de achttiende eeuw.
31 augustus werd in De Balie Wereldgeschiedenis van Nederland gepresenteerd. Een nieuw ‘prikkelend’ boek, waarin ruim honderd historici een hoofdstuk hebben geschreven over de Nederlandse geschiedenis in internationaal perspectief. Een initiatief van Huijgens ING, met mooie bijdragen van enkele van mijn favoriete Nederlandse historici zoals Suze Zijlstra en Jelle van Lottum. Zelf schreef ik een een hoofdstuk over Rembrandt en de Afrikaanse gemeenschap in zijn omgeving.
Wij zijn van mening dat de geschiedwetenschap een verantwoorde, goed leesbare injectie in het debat zou moeten leveren. Dat wordt de Wereldgeschiedenis van Nederland. Dit werk zal voor tal van ontwikkelingen en gebeurtenissen laten zien hoe vertakt de Nederlandse geschiedenis is met de wereld. Maar ook hoe goed Nederland vergeleken kan worden met andere landen. De Wereldgeschiedenis van Nederland geeft een verrassend internationale kijk op de geschiedenis van Nederland.
Onlangs werd ik door Patrick Meershoek van Het Parool geïnterviewd over mijn onderzoek naar Afro-Amsterdammers in de zeventiende eeuw. Het artikel “De ‘swarten’ van de 17de eeuw’ verscheen op 12 mei in Het Parool en is online voor een paar dubbeltjes te lezen via Blendle.
Op dinsdag 17 april mocht in het onvolprezen low-budget AT5-programma De straten van Amsterdam op lacatie uitgebreid vertellen over mijn onderzoek naar Afro-Amsterdammers in zeventiende eeuw. We begonnen in de grote schilderkamer van Rembrandt in het Rembrandthuis en vandaar wandelde we door de Jodenbreestraat, langs de Mozes en Aäronkerk, naar de Academie van Bouwkunst. Allemaal plekken die een belangrijke rol speelde in deze geschiedenis. Eveneens te gast was Ashaki Leito van Black Heritage Tours.