Girl by a High Chair (1640) – Govert Flinck

Mauritshuis, Den Haag

This short piece is part of the new multimediatour in the Mauritshuis Museum and online (English and Dutch).

The Amsterdam elite of the seventeenth century were keen to have their portraits painted by the great masters of the day. This young girl was painted in 1640 by Govert Flinck, Rembrandt’s best pupil. The toddler, who’s adorned with gold, stands next to her high chair. Lying on the tray is some white sugar, still a luxury item in the mid-seventeenth century.

Did the child’s parents want to show that they were so wealthy they could give their child sugar as a treat? Or does it have a deeper significance? Does it possibly symbolise that her parents were involved in the sugar trade, like many Dutch people who were directly and indirectly involved in the trade and production of sugar at that time?

I don’t know. What I do know is that hiding behind that white sugar on the tray is a history of slavery and exploitation. It was the cultivation of sugar that had drawn the Dutch to Brazil. Thanks to the capture of the rich Brazilian province of Pernambuco, the Amsterdam sugar industry flourished in 1640. Every year, dozens of ships left the Dutch Republic to collect sugar from there.

Some of these ships sailed to Brazil via the west coast of Africa, where people were traded. Men, women and children were placed in the hold and transported to Brazil. After the gruelling journey, they were set to work on the plantations and in the sugar mills.

In the meantime, dozens of refineries appeared in Amsterdam where the sugar cane sap was refined into fine, white sugar, for this little girl to enjoy as a sweet.

Keti Koti

Op 1 juli wordt de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Cariben herdacht. Hiervoor is steeds meer aandacht in de Nederlandse media. Ik werkte mee aan twee tv-reportages.

Met AT5 sprak ik in het Mauritshuis over de zwarte gemeenschap in zeventiende-eeuws Amsterdam, de slavenhandel van graaf Johan Maurits en de veel besproken tentoonstelling Bewogen Beeld in het Mauritshuis.

In de documentaire Geboeid – terug naar de plantage (EO/NPO2) gaat Dwight van van de Vijver op zoek naar het verleden van zijn voorouders in Suriname. Geholpen door de Surinaamse slavenregisters, die sinds kort toegankelijk zijn, ontdekt Dwight steeds meer over zijn familie. De zoektocht brengt hem uiteindelijk op de plantage waar zijn voorouders in slavernij hebben geleefd . Tijdens deze zoektocht bezoekt Dwight ook het Stadsarchief Amsterdam, waar ik hem diverse notariële akten laat zien over de Amsterdamse eigenaren van die plantage.

Dwight van van de Vijver in het Stadsarchief Amsterdam.

Bewogen Beeld

Op 2 april is in het Mauritshuis in Den Haag de tentoonstelling Bewogen beeld – Op zoek naar Johan Maurits geopend. Aan de tentoonstelling hebben 46 mensen van buiten het museum een bijdrage geleverd, ook ik mocht twee teksten schrijven en zal later dit voorjaar twee lezingen verzorgen.

Sinds de heropening van het Mauritshuis in 2014 is sprake van een bewustwordingsproces rondom het koloniale verleden van Johan Maurits en de manier waarop het Mauritshuis informatie hierover met het publiek deel“, schrijft curator Lea van der Vinde op de site van het Mauritshuis. Nadat er een ruimte in het museum werd ingericht met informatie over Johan Maurits en over ‘Nederlands-Brazilië’ werd in 2017 besloten de plastic replica van een borstbeeld van Johan Maurits uit de centrale hal van het museum te halen. Wat in januari 2018 tot nogal wat tumult in de (sociale) media leidde. “De stroom aan opiniestukken, achtergrondartikelen, interviews en de honderden tweets die aan de zogenaamde ‘beeldenstorm’ werden gewijd, maakten duidelijk dat de wijze waarop musea omgaan met de koloniale geschiedenis van Nederland enorm leeft binnen de maatschappij”, schrijft Van der Vinde. Zo gaf de kwestie een hele nieuwe wending aan de al bestaande plannen voor een tentoonstelling over Johan Maurits. Die tentoonstelling is er nu en ik mocht twee kleine bijdragen leveren.

Ik ben trots en vereerd dat mijn tekst naast de ‘Twee Afrikaanse mannen’ van Rembandt hangt in de tentoonstelling. Vooral ook omdat dit schilderij naar aanleiding van mijn onderzoek is opgenomen in de tentoonstelling.

Over de bijdrage van diverse mensen aan de tentoonstelling schreef Van der Vinde: “Dat kan soms heel persoonlijk van aard zijn, maar ook nieuwe wetenschappelijke inzichten spelen een belangrijke rol. Zo blijkt nu dat Rembrandts Twee Afrikaanse mannen mogelijk ook een Nederlands-Braziliaanse connectie heeft. Recent onderzoek laat zien dat in zeventiende-eeuws Amsterdam een gemeenschap bestond van vrije Afrikaanse mannen en vrouwen.”

Het tweede tekstje dat ik schreef voor de tentoonstelling over Johan Maurits in het Mauritshuis gaat over zijn persoonlijke betrokkenheid bij de slavenhandel. Daarover sprak ik ook met RTL Nieuws. Zij namen ook de verwijzing naar Anton de Kom de kom op, die al in de jaren 1930 wees op de bouw van het ‘Suikerpaleis’ over de rug van tot slaaf gemaakte Afrikanen.

Lees ook de column van Lotfi El Hamidi in NRC: “Het Mauritshuis had op geen beter moment met de tentoonstelling kunnen komen“.