Mensen kopen in Amsterdam

Vanaf het eind van de zestiende eeuw tot 1863 was Nederland betrokken bij slavernij en slavenhandel. Honderden Amsterdamse en Zeeuwse schepen werden in deze periode uitgerust om in Afrika mensen te kopen. Deze mensen werden vervolgens als slaven verkocht aan West-Indische plantages. Maar je hoefde niet naar Suriname of Berbice af te reizen om slaveneigenaar te worden.

Lees meer op www.alleamsterdamseakten.nl

Den swaren Orancan op Sint Christoffel

Op 27 oktober 1639 verklaarde schipper Michiel Sijmonsz van Uitgeest bij de notaris over een tropische cycloon die een jaar eerder over het eiland Sint Christoffel raasde, waarbij verschillende schepen verloren gingen en gouverneur Pieter Minuit van Nieuw-Zweden om het leven kwam.

Lees meer op Alle Amsterdamse Akten

Vijfjarig meisje uit Batavia zonder moeder in Amsterdam

Willemina Markus was pas vijf toen zij werd meegenomen naar Amsterdam, haar moeder bleef in slavernij achter in Batavia. De laatste jaren is er meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden in Azië. Gedurende de zeventiende en achttiende eeuwen leefden er vele tienduizenden mensen in gebieden onder het beheer van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in slavernij. Sommige van hen kwamen uiteindelijk in de Republiek terecht, als knecht, dienstmeid en soms zelfs een kind, zoals Willemina.

Lees meer op alleamsterdamseakten.nl

Geld lenen aan plantages op het eiland St. Croix

Amsterdamse handelshuizen hielden zich niet alleen bezig met plantages in Nederlandse koloniën als Suriname en Berbice. Tijdens het indexeren op Velehanden kwam BMH de oprichtingsakte tegen van een negotiatiefonds, een soort investeringsfonds, ten behoeve van planters op het Deens Caribische eiland St. Croix. 

In totaal werd er ‘zes maal honderd negentien duizend zevenhonderd drie en dertig guldens’ ingelegd door enkele honderden investeerders. In de akte die bij Notaris Homrigh werd opgemaakt, vinden we de namen van alle investeerders. Het gaat om mensen uit diverse steden in de Republiek, zoals Alkmaar, Nijmegen en Vianen. Onder de de investeerders waren uiteraard veel Amsterdammers, niet alleen komen we bekende familienamen tegen zoals Geelvinck, Van Lennep, Bicker en Clifford, notaris Homrigh zelf investeerde niet minder dan 9000 gulden op naam van diverse familieleden. Als allerlaatste worden de twee meest prominente investeerders opgevoerd: zes aandelen van elk duizend gulden op naam van “Zijne doorl. Hoogheid Prins Willem de Vijfde, Erfstadhouder der Vereenigde Nederlanden’ en ‘Anna van Brunswijk Lunenburg Kroonprinces van Groot Brittanien’.

Lees meer op Alle Amsterdamse Akten