Op 14 september 1747 werd in het vestingstadje Ravenstein gelegen aan de Maas in de Rooms-Katholieke Sint-Luciakerk een Surinaamse tweeling gedoopt. De kinderen kregen de namen Adam Franciscus en Susanna Maria. Hoe oud zij precies waren wordt uit de doopregistratie niet duidelijk, maar wel dat ze in Suriname zijn geboren. Als vader wordt genoteerd Gerardus Hijbers van Vellip, van de moeder werd de naam niet opgeschreven, maar slechts dat zij ‘Aethipissa’ was, letterlijk ‘Ethiopische’, bedoeld werd een zwarte vrouw.
De tweeling was vijf maanden eerder samen met hun vader aan boord van het schip Jakob en Daniel van Suriname naar Europa vertrokken. Bleef de moeder achter in Suriname? Of reisde dit hele gezin naar Europa? Dat lijkt alleen al vanwege de verzorging van de kinderen logischer. Vaak werd zoiets bij vertrek in het journaal van de gouverneur genoemd, maar in dit geval helaas niet. Wat we wel weten is dat Gerardus – of liever gezegd Gerrit, zoals hij door zijn broers en zussen in een notariële akten genoemd werd – tijdens de reis aan boord van het schip is overleden. En dat de kinderen op 14 september 1747 in Ravenstein waren.
Wat zal er daarna gebeurd zijn met de tweeling en hun moeder? Bleven ze lang in Nederland, of gingen ze juist weer terug? Waren ze bij hun moeder, of kwamen ze in een weeshuis terecht? Wat zeker is, is dat Susanna op een gegeven moment weer naar Suriname is gereisd. Op 17 mei 1760 vertrekt zij namelijk (opnieuw) vanuit Paramaribo naar Amsterdam, door de gouverneur wordt zij ‘mulattin’ genoemd in het journaal.
Een tweede tweeling
In 1766 blijkt Susanna van Vellep als getrouwde vrouw in Amsterdam te wonen met een zekere Jan Schipper. Wanneer en waar Suzanna en Jan trouwde weet ik nog niet. Zij komen niet voor in de Amsterdamse ondertrouwregisters, en die zijn compleet dus de bruiloft moet buiten Amsterdam (in Suriname?) zijn geweest. Op 16 jul 1766 hadden zij wel iets te vieren in die stad, dan wordt in de Noorderkerk in de Jordaan een tweeling gedoopt door dominee Johannes Calkoen, vader Johannis Schipper, moeder ‘Zussana van Vellep’. Het krijgen van twee-eiige tweelingen is vaak genetisch, zo blijkt ook nu weer. En net als haar moeder, van wie we nog altijd de naam niet weten, kreeg Suzanna een dochter (Magteltje) en een zoon (Johannes). Was Machteltje misschien de naam van Suzanna’s moeder?
Twee jaar later op 14 september 1768 , op de dag af 21 jaar na de doop van Adam en Suzanna, wordt er opnieuw een kind van Suzanna van Vellep en Jan Schippers in de Noorderkerk gedoopt. Geen tweeling, maar een zoon die de naam Adam krijgt, natuurlijk vernoemd naar haar tweelingbroer. Die nu ook in Amsterdam aanwezig blijkt te zijn en die natuurlijk doopgetuige van zijn neefje.
In 1785 is Susanna doopgetuige van een kind dat Susanna Catrina genoemd wordt, docher van Jan Langendijk en Sara Alida Boomhoff, vernoemd naar Susanna van Velp dus. En in 1786 zijn Adam en Susanna samen getuige bij het in Amsterdam geboren kind Jan, zoon van Sijbrant Kraaneveld en Anna Angel.
Wat Suzanna en Adam precies deden weet ik nog niet. Van Suzanna hebben we nog een belangrijk spoor waaruit blijkt dat ze nog dertig jaar geleefd heeft, waarschijnlijk al die tijd in Amsterdam. Op 4 december 1799 wordt namelijk op het Amsterdamse Leidse kerkhof Susanna Maria Huijbertse van Velp, weduwe van Jan Schipper, begraven. Op het moment van overlijden woonde Suzanna in de Utrechtse Dwarsstraat.Wat Suzanna en Adam precies deden weet ik nog niet. Van Suzanna hebben we nog een belangrijk spoor waaruit blijkt dat ze nog dertig jaar geleefd heeft, waarschijnlijk al die tijd in Amsterdam. Op 4 december 1799 wordt namelijk op het Amsterdamse Leidse kerkhof Susanna Maria Huijbertse van Velp, weduwe van Jan Schipper, begraven. Op het moment van overlijden woonde Suzanna in de Utrechtse Dwarsstraat.
Van Adam en de overige familieleden ontbreekt verder nog ieder spoor. Maar daar komt vast snel verandering in.
Mark Ponte